Rol van de gemeente

De gemeente heeft veel verschillende rollen in het aanpakken van problemen bij personen met verward gedrag.

Rol van de gemeente als regievoerder

Met de drie decentralisaties in het sociale domein is verantwoordelijkheid van de gemeente alleen maar toegenomen. De gemeente is onder andere verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, woonoverlast, de maatschappelijke ondersteuning, de woonhygiëne en het toezicht op gebouwen, armoedebestrijding en schuldhulpverlening.

Waar het gaat om de aanpak van woonoverlast bij personen met verward gedrag heeft de gemeente twee verschillende type rollen. De gemeente is vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor de regie en de hulpverlening aan mensen met verward gedrag. Naast deze regierol is de gemeente ook verantwoordelijk voor een aantal handhavingstaken, waaronder de aanpak van woonoverlast. Met de invoering van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) krijgt de gemeente ook een signalerings- en onderzoekstaak in de gedwongen zorg. Deze Wvggz regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ. De Wzd geldt voor mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening zoals dementie. De Wvggz en de Wzd hebben per 1 januari 2020 de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) vervangen. Belangrijk is dat verplichte zorg nu ook buiten een instelling opgelegd kan worden. Het uitgangspunt van de nieuwe wet is ‘Nee, tenzij’. Dat betekent dat vrijheidsbeperking of onvrijwillige zorg in principe niet mag worden toegepast, tenzij er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt of zijn omgeving.

De gemeente heeft als opdracht zorg te dragen voor maatschappelijke ondersteuning en zorg te dragen voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen. De gemeente heeft op grond hiervan de verantwoordelijkheid voor de regie bij personen met verward gedrag en de overlast die daarbij optreedt. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg. De Wet maatschappelijke ondersteuning bepaalt dat iemand recht heeft op ‘maatwerkondersteuning’ van de gemeente ter ‘ondersteuning van zijn zelfredzaamheid en participatie, voor zover hij in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat is tot participatie’. Een persoon met verward gedrag die ‘niet in staat is zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving’ heeft recht op beschermd wonen of zo nodig opvang bij dakloosheid, te verstrekken door de gemeente.

Personen met verward gedrag hebben niet alleen recht op ondersteuning door de gemeente, ze hebben ook recht op beschermd wonen of opvang bij dakloosheid. Dit geldt ook bij een ontruiming. Wanneer mensen weer terugkeren naar een zelfstandige woning vanuit de opvang of beschermd wonen, blijft de gemeente verantwoordelijk voor de benodigde ondersteuning.

De gemeente is verplicht een plan te hebben gericht op:

Het plan gaat nadrukkelijk in op ‘een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, publieke gezondheid, preventie, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen’. Wanneer corporaties signalen ontvangen van verward gedrag is de gemeente ervoor verantwoordelijk deze op te pakken en na te gaan of er sprake is van verward gedrag en indien nodig te zorgen voor voldoende ondersteuning. Het maken van een integraal gezamenlijk plan per casus onder regie van de gemeente is daarbij nadrukkelijk de taak van die gemeente.

De gemeente heeft een aantal verschillende instrumenten om te handhaven bij woonoverlast:

Knelpunten

Gemeenten hebben de wettelijke taak regie te voeren en de continuïteit van de zorg te garanderen. Corporaties ervaren dat deze taak in veel gemeenten niet of niet goed wordt ingevuld. Wat zijn de mogelijkheden voor corporaties om hier knelpunten te voorkomen?