Beoordeel het beleid rond agressie en andere ongewenste omgangsvormen
Een werkgever dient een beleid vast te stellen om ongewenste omgangsvormen tegen te gaan of te beperken. Daarbij gaat het zowel om agressie en geweld door huurders en andere klanten, als om ongewenst gedrag door eigen medewerkers onderling. Dat schijft de Arbowet voor. De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht bij het invoeren, wijzigen of intrekken van dit beleid. Hierna zie je belangrijke onderdelen van dat beleid:
Beleidsonderdelen agressie en andere ongewenste omgangsvormen
- RI&E en onderzoek naar agressie en andere ongewenste omgangsvormen
- Gedragsprotocol voor medewerkers
- Voorlichten en trainen van medewerkers en leidinggevenden
- Opvang en nazorg na een incident
- Sancties, aangifte en het verhalen van schade
- Jaarlijkse evaluatie.
Specifiek voor Agressie en geweld door huurders en andere klanten komen daar de volgende beleidsonderdelen bij:
- Goede werkprocessen en heldere dienstverlening
- Melding en registratie van agressie-incidenten
- Huisregels voor huurders
- Afschermen van privégegevens van medewerkers
- Aanpak van risicogroepen, -situaties en -locaties
- In- en externe assistentieafspraken
- Heldere operationele leiding na een incident
- Zorgvuldige communicatie na een incident
- Een veilig gebouw
- Technische middelen voor toezicht en alarmering
- (Bijna-)incidenten in teams bespreken.
En deze extra beleidsonderdelen betreffen specifiek de ongewenste omgangsvormen door collega’s en leidinggevenden:
- Vertrouwenspersoon
- Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen.
Deels zijn de hiervoor genoemde beleidsonderdelen voorgeschreven in de arboregelgeving en met name in richtlijnen van de Nederlandse Arbeidsinspectie. Zie daarvoor deze twee digitale tools van de Nederlandse Arbeidsinspectie, om als het ware door de bril van een arbeidsinspecteur naar het beleid van de eigen organisatie te kijken:
- Zelfinspectie: Aanpak van agressie en geweld door derden
(voor een beoordeling van het beleid rond agressie en geweld van huurders) - Zelfinspectie: Pesten, discriminatie, en seksuele intimidatie
(voor een beoordeling van beleid rond interne ongewenste omgangsvormen)
Wat kan de OR doen?
Ga als OR na of de volgende beleidsonderdelen door de eigen corporatie op een goede manier zijn verwerkt in het beleid rond agressie en andere ongewenste omgangsvormen:
- Zijn al deze onderdelen in het beleid opgenomen en voldoende uitgewerkt?
(Meer informatie over de bovenstaande beleidsonderdelen)
- Wordt het beleid in de praktijk goed uitgevoerd en heeft het ook het gewenste effect?
- Zie de resultaten van het onderzoek van de corporatie naar agressie en andere ongewenste omgangsvormen. In de cao Woondiensten is afgesproken dat het thema werkdruk eens in de twee jaar onderzocht moet worden. Als de corporatie daarvoor gebruik maakt van de Werkdruk/PSA-scan Woningcorporaties, wordt vanzelf ook het thema ongewenste omgangsvormen meegenomen. Zowel agressie door huurders als ongewenste omgangsvormen door collega’s komen in die scan aan de orde.
- Ook op grond van signalen die OR-leden krijgen en het jaarverslag van de vertrouwenspersoon kan de OR een eigen beeld vormen. Zonodig kan de OR de achterban raadplegen over de vraag of de aanpak binnen de corporatie in de praktijk goed blijkt te werken en waar aanpassingen nodig zijn.
- Welke verbeteringen zijn nodig?
Ga zo nodig het gesprek aan met de directie over gewenste aanpassingen in het beleid of in de uitvoering daarvan. Het in de cao voorgeschreven overleg van de werkgever met de ondernemingsraad en de bedrijfsarts over de uitkomsten van de Werkdruk/PSA-scan kan daarvoor een goed moment zijn.
Zorg voor een stevige onderbouwing van de inbreng van de OR.
Maak ook afspraken dat de OR door de corporatie wordt betrokken bij evaluaties van het beleid rond agressie en andere ongewenste omgangsvormen.