Een van de manieren waarop je als leidinggevende met agressie of andere ongewenste omgangsvormen te maken krijgt is in een individueel gesprek met een medewerker.
Het kan het nodig zijn dat je een medewerker ondersteuning biedt voor een risicovol huisbezoek aan of een risicovol gesprek met een huurder. Dit kan zijn: overleg over de aanpak van het gesprek, een speciaal spreekuur, speciale spreeklocaties met toezichtmiddelen en/of alarmen, extra personeel, de inzet van beveiligingspersoneel of andere assistentieafspraken.
Als een medewerker slachtoffer is geweest van een agressie-incident met een huurder of een andere klant zijn er – mede afhankelijk van de ernst van het incident – meerdere stappen te zetten door de leidinggevende.
Het beleid van de corporatie en de trainingen die je als leidinggevende daarover hebt gehad geven daarbij de richting aan.
Na een incident waarbij een medewerker is geconfronteerd met ongewenste omgangsvormen door een collega is in eerste instantie een luisterend oor nodig. Ook kun je in het gesprek met het slachtoffer ter sprake brengen dat een gesprek met de verdachte nuttig kan zijn. Bedenk daarbij dat ook een verdachte een zorgvuldige benadering verdient.
Daarnaast kun je de medewerker doorverwijzen naar een vertrouwenspersoon van de corporatie en zo nodig naar professionele nazorg, als de corporatie daarin voorziet.
In de cao Woondiensten is bepaald dat werkdruk een vast agendapunt is in de reguliere functionerings- en beoordelingscyclus, of in andere reguliere gesprekken tussen de leidinggevende en de werknemer. Ook agressie en andere ongewenste omgangsvormen kunnen tot werkdruk leiden.
Plan deze gesprekken met je medewerkers in en bereid je goed daarop voor.
Vraag ook de medewerker om zich op het gesprek voor te bereiden, door knelpunten in het werk en gewenste maatregelen te noteren. Probeer in overleg tot een helder beeld te komen van de situatie en tot passende maatregelen.
Daarnaast kan het goed zijn om – los van de jaargesprekken – bij een individuele medewerker na te gaan of hij last heeft van agressie en andere ongewenste omgangsvormen. Met name als de medewerker daar zelf over klaagt of als je andere signalen krijgt dat de medewerker daaronder gebukt gaat.
